Een student of cursist beantwoordt een fill in the blanks oefening (FITB) door het antwoord in te geven in een daarvoor bestemd invulveld, of een antwoord te kiezen uit een rolmenu.
Een FITB oefening kun je aanmaken en toevoegen rechtstreeks op een Sofia pagina. Je kunt een bestaande oefening ook uit de course library halen en zo toevoegen aan de pagina. Hier wordt het aanmaken en toevoegen van een oefening rechtstreeks op een pagina besproken. Aanmaken van een multiple choice oefening in de library wordt elders behandeld (zie artikel: Assets, leercontent en leeractiviteiten toevoegen aan de library).
[tip] De algemene principes voor het aanmaken en toevoegen van een oefening (de 3 stappen met Q&A, Settings en Metadata) worden elders behandeld: Oefeningen toevoegen: algemene principes. Neem eerst dat artikel door mochten hierover nog onduidelijkheden zijn, en vervolg dan hier. Heb je een opfrissing nodig van hoe de teksteditor werkt, ga dan eerst naar: Teksteditor algemene principes, en voor de wiskundenotatie naar: Wiskundenotatie[/tip]
1. Q&A
1.1 Werken met een invulveld
Wanneer je wil werken met een invulveld waar de student of cursist het antwoord moet invullen, vul je bij Question de tekst in, zet je daarna de cursor op de plaats waar het invulveld moet komen en klik je vervolgens in de werkbalk bovenaan op het icoon om het invulveld te editeren.
Je kan in het editeervak al de mogelijk correcte antwoorden invullen. Klik daarna op OK om verder te gaan.
[info] In het vak Question kan tekst worden gecombineerd met een tabel, afbeelding, link, formule,... Het antwoord dat een student of cursist moet geven, kan echter alleen tekst zijn.[/info]
1.2 Werken met een rolmenu
Wanneer je wil werken met een rolmenu waar de student of cursist het antwoord moet aanduiden, vul je bij Question de tekst in, zet je daarna de cursor op de plaats waar het rolmenu moet komen en klik je vervolgens in de werkbalk bovenaan op het icoon om het rolmenu te editeren.
Je kan in het editeervak al de mogelijk antwoorden invullen en de correcte antwoorden aanduiden (er kunnen er meerdere zijn). Klik daarna op OK om verder te gaan.
Klik op Create om de oefening aan te maken, maar ga bij voorkeur eerst naar stap 2 en 3 om de instellingen bij de oefeningen na te kijken en mogelijk aan te passen en om metadata toe te voegen.
2. Settings
Ga via Next step of de navigatie rechts naar stap 2.
[tip] Ga bij het toevoegen van de settings regelmatig kijken in de Learn mode hoe een student of cursist de oefening ziet en moet maken.[/tip]
Allow students to ask for a hint: Hier kun je een hint ingeven die een student of cursist kan raadplegen. In de hint zit een tip of een sleutel om de oefening correct te maken. Vink aan en vul de hint in het gele veld in.
Show solutions to students when they're answering wrong? : Vink dit aan als je studenten of cursisten bij een fout antwoord het juiste antwoord wil tonen.
[alert] De optie Show solutions to students when they're answering wrong is niet actief wanneer een oefening in de test module zit. Oefeningen die op een pagina worden aangemaakt met deze optie en die dan in de test module worden hergebruikt, tonen die optie sowieso niet. [/alert]
Remember correct answer: Wanneer een student of cursist fout antwoord en een volgende poging onderneemt blijven de juiste links uit de vorige poging staan. Standaard staat deze optie aangevinkt.
Case sensitive: Vink dit aan wanneer een student of cursist bij een antwoord in een invulveld ook de hoofdletters correct moet hebben.
Instructions shown to the student: Vul hier een instructie in voor de student of cursist voor het maken van de oefening. De standaardtekst kan overschreven worden. Met reset to default, kan de standaardtekst weer worden getoond.
Standard success feedback: Vul hier de feedback in die wordt getoond als de student of cursist juist antwoord. De standaardtekst kan overschreven worden. Met reset to default, kan de standaardtekst weer worden getoond.
Standard fail feedback: Vul hier de feedback in die wordt getoond als de student of cursist fout antwoordt. Deze wordt gecombineerd met de feedback die staat bij de antwoordopties. Met reset to default, kan de standaardtekst weer worden getoond.
Klik daarna op Next step of ga via het menu rechts naar stap 3.
3. Metadata
Onder metadata vind je een functionaliteit waarmee je extra informatie kan toevoegen aan een oefening. Het gaat dan bijvoorbeeld om het toevoegen van een specifieke titel aan je vraag, of het benoemen van één of meerdere tags. Zo zou je aan een oefening de tags 'moeilijk', 'examen', 'ijkingstoets',... kunnen toevoegen. Die gaan het zoeken naar oefeningen in de course library (zie hierover artikel Assets zoeken, sorteren en filteren in de library), maar ook het autormatisch samenstellen van test modules (zie hierover Configuratie van een test en toevoegen van oefeningen) faciliteren.
Op stap 3 wordt in de bibliographic data ook bijgehouden welke author of co-author de oefening heeft aangemaakt of gewijzigd en wanneer.
0 Opmerkingen